Zaterdagmiddag 18 juli was er op elke 1,5 meter in de tuin van de Poth wel een gezeten bewoner, regent of genode gast te vinden. Geen wonder want de uitnodiging voor een tweede editie van “Muziek in de tuin” beloofde na Ben Cramer in april weer een muzikant van formaat.

Voor de Celzusterenkamer: Iris Hond, Wieger van de Kolk en enkele bewoners

Spannend was het. Niet alleen wie de artiest zou zijn die in coronatijden de hofbewoners en trouwe vrienden zo komen opvrolijken. Maar ook of het weer goed genoeg zou zijn voor de glanzende gehuurde vleugel buiten op het plein voor de Celzusterenkamer.

Alles zat mee en meer dan dat. De weersomstandigheden en de stemming waren prima, ook de introductie van regent Wieger van De Kolk was persoonlijk en raak. Ook al omdat hij het concert ook opdroeg aan een overleden tante die postuum als weldoener optrad.

Niemand vroeg zich af waarom de schoenen uitgingen…

En toen konden alle aanwezigen luisterend en kijkend genieten van de vermaarde componerend pianiste Iris Hond. Haar persoonlijke credo gaf een extra dimensie aan haar spel met de componist Ludovico Einaudi in een hoofdrol. Ze vertelde waarom ze niet alleen op concertpodia staat maar ook optreedt voor bejaarden, daklozen en gevangenen.

Na een uur was de magie op, gingen de afgeschopte schoenen weer aan en kon het gebruikelijke drankje de dankbare bewoners en gasten – op de nieuwe normale afstand – helpen om het gewone leven weer op te pakken. Met grote dank voor een bijzondere middag aan Iris Hond, impressario Esther de Kort en de tante van Wieger van de Kolk.

Een dankbaar “anderhalve meter”-publiek