In de Amersfoortse Courant van 4 april stond een artikel van Jeroen de Valk “Pesthuis was plek van quarantaine”. Daarin werd de historische betekenis van het grote pesthuis, de afzonderlijke burgerpesthuisjes en de Sint-Rochuskapel uitgelicht. Zoals u weet hebben we het over gebouwen op het terrein van de stichting De Armen de Poth aan de Pothstraat in Amersfoort. In die tijd was het beheer een van de activiteiten van de broederschap van de Heilige Geest, de voorlopers van de huidige stichting. Je zou ze een soort serviceclub avant la lettre kunnen noemen.

Bijzonder is ook dat het woord quarantaine nu weer volop wordt gebruikt maar oorspronkelijk aan de pest is verbonden. Het begrip vindt zijn oorsprong in de eerste pestperiode (1346-1351). Bemanning van schepen werd in die jaren gedurende veertig dagen (quarante giorni) geweerd uit angst voor een besmetting door een – naar wij nu weten bacteriële – infectie. Of die besmettingsduur ook geldt voor ‘ons’ coronavirus en de groeiende inzichten daarin, weten we nu nog niet.

Het Amersfoortse pesthuis (omstreeks 1500) was een van de grootste gebouwen in de stad waar tijdens de pestperiodes de zieke minderbedeelden werden ondergebracht. Het is een beetje gissen welke verzorging zij toen kregen van de broeders en ingekwartierde Celzusters, maar het zal naar onze huidige maatstaven heel beperkt zijn geweest. Zij die het zich konden veroorloven vonden een betaald onderdak in een van de zes burgerpesthuisjes (1547). Die rij huisjes grensde aan het Celzusterhuis annex Provenhuis, het huidige hoofdgebouw. Vooral in tijden dat de pest woedde was de Sint-Rochuskapel (1500) – gewijd aan de heilige beschermer van lijders aan de pest en andere besmettelijke ziekten en pelgrims – druk in gebruik. Bedrijvigheid heerste toen ook periodiek op het omliggende terrein van de kapel, dat diende als begraafplaats voor ruim veertig overledenen, – naar we nu weten – hoofdzakelijk pestlijders.

Het in onbruik geraakte pesthuis is in 1893 gesloopt om plaats te maken voor twaalf woningen van de zogenoemde Binnenpoth. De burgerpesthuisjes uit 1547 – die in pestvrije periodes niet leeg stonden maar onderdak boden aan behoeftige Amersfoorters – werden in 1912 vervangen door vier eigentijdse woningen. Aldus werd de broederschap opnieuw actief bij het bieden van (gratis) huisvesting. Nu voor armlastige Amersfoorters en niet meer voor zieken. Of voor pelgrims die in de pelgrimsstad ook de broederschap werden opgevangen in het zogenoemde – inmiddels gesloopte – ‘wandelhuis’ in het stadscentrum. Voordien lag het accent van de liefdadigheid – tot ver in de twintigste eeuw – op het wekelijks uitdelen van zelfgebakken brood en levensmiddelen afkomstig van de landerijen die De Poth. De eerste Amersfoortse voedselbank?

In deze coronatijd krijgt het uitdelen van voedsel weer betekenis, maar nu voor de ongeveer vijftig bewoners van het hofje De Armen de Poth. Ook zij zijn in quarantaine, zeker als zij een zwakkere gezondheid hebben of door hun gevorderde leeftijd extra risico’s lopen. In deze woonvorm met inmiddels 48 huisjes, is hun onderlinge betrokkenheid en steun relatief vanzelfsprekend. Maar extra hulp en aandacht daarbij wordt erg gewaardeerd.

Maaltijduitdeling april 2020

Een belangrijke rol voor ‘binnenvader’ Jaap Bodd die, geholpen door enkele vrijwilligers, desgevraagd tegen een geringe vergoeding af en toe een warme maaltijd langs brengt. Dat idee is samen met “Onder de Linde” ontwikkeld, die wekelijks drie maaltijden verzorgt en een Toko een maaltijd. Er zijn plannen voor muzikale optredens in de tuin, waarvan de bewoners vanuit hun woning of op gepaste afstand kunnen genieten.

De traditionele uitdeling aan bewoners van het Paasbrood met een doos eieren werd nu anders gevierd. Niet meer aan het slot van een gezellige bijeenkomst van bewoners en (oud)regenten, maar persoonlijk door voorzitter Wim Opstelten en secretaris-penningmeester Erwin Vonk. Met een kruiwagen vol van deze heerlijkheden verrasten zij de bewoners thuis.

Paasuitdeling 2020

En toch: net als iedereen kijken wij uit naar het moment waarop we de quarantaine en andere maatregelen achter ons kunnen laten zodat het bekende hofleven weer volop tot bloei kan komen. Wie weet in een aangepaste vorm met andere accenten en nieuwe ideeën? De Armen de Poth heeft zich al ruim zes eeuwen weten aan te passen! Dan moet het nu ook lukken, toch?